maandag 12 mei 2014

Ik kwam van beneden.

nog eentje

fotos

Een collega.

Dag 57: gevloerd in Pellegrue...

In Sainte Foy had ik nog prima geslapen, goei matras, geen snurkers in de buurt en na lekker te hebben gegeten.
Toen ik wakker werd rond 8.00 uur voelde ik echter al dat mijn been de nacht blijkbaar minder goed had doorstaan. Ik dacht aanvankelijk dat het tijdens het stappen wel zou beteren en ging tegen 9.00 uur eerst nog naar de intermarche, een paar honderd meter van het presbytere, om proviand in te slaan. Ik kocht wat fruit, brood, makreelfilets en ging terug naar de presbytere om mijn rugzak te halen en te vertrekken. Er was mij gevraagd om bij mijn vertrek de sleutel van de voordeur in de brievenbus te droppen, en toen ik zover was bekroop mij enige twijfel. Het was net alsof ik er niet gerust in was om te vertrekken. Toen echter de sleutel in de brievenbus viel had ik niet veel keuze meer: komaan jong, vertrekken.
Na amper drie kilometer had ik al spijt omtrent die genomen beslissing. Het beloofde een lange lastige dag te worden. Ik paste net als de dag voordien mijn techniek van het vreemdelingenlegioen toe, maar dat mocht deze keer niet baten. Niettegenstaande de eerder frisse temperatuur liep het zweet me van het lijf, door de pijn.
Ik moest stoppen, naast de weg in het gras. En nu? Ik vervloekte mezelf niet eerder te hebben gestopt toen de eerste ontstekingsverschijnselen opdoken maar besefte ook dat het daar nu te laat voor was. Ik bleef een half uurtje zitten, dronk wat water, en probeerde het opnieuw. Om een lang verhaal kort te maken: ik geraakte met heel veel pijn en moeite tot aan ongeveer km. 7 waar ik een kerkje binnen ging. Ik moest dringend dat been bekijken want ik had het gevoel dat het onderste stuk van mijn scheenbeen, tot aan mijn enkel, ging openbarsten. Wat ik zag maakte mij niet direct vrolijk: rood, warm en gezwollen zoals een olifantenpoot. Ik verwijderde de tape want die veroorzaakte alleen maar meer pijn. Het verwijderen ervan bracht een beetje verlichting. Ik bleef terug een tijdje zitten en nadien vlotte het een klein beetje beter. Ik geraakte uiteindelijk met veel moeite in de late namiddag op mijn eindbestemming waar ik drie collegas van de voorbije dagen aantrof. Eén van hen, Jean-Pierre uit de buurt van Waver, was ik 2 dagen voordien tegengekomen. Ik dacht dat hij al veel verder zou zitten maar hij zit met dezelfde kwetsuur als ik, maar wel in een beginstadium. Hij is hier al een dag en rust hier in totaal twee dagen, hopend op herstel.
Hij is nochtans een ervaren stapper en de Camino is niet nieuw voor hem. Hij vertelde me dat hij tijdens zijn vorige tochten al 4 keer hetzelfde letsel had, nu dus was het de vijfde keer. Er schijnt weinig aan te doen om het te voorkomen: het is er zonder waarschuwing en zonder aanwijsbare reden, maar het heeft waarschijnlijk toch alles te maken met overbelasting.
Ik moet er bij mijn aankomst wel heel slecht hebben uitgezien, want alle aanwezigen schoten mij zowat ter hulp. Er werd een matras van een stapelbed gehaald en op de grond gelegd ( volgens hen beter zo ) er werd mij eten en drinken gebracht ( ik kreeg gedurende de dag enkel wat fruit binnen ) en mijn been werd met ijs gekoeld. Ik voelde mij door al die blijken van medeleven ontroerd. Maar dat is ook een stuk van de weg: lief én leed worden gedeeld. Binnen een paar dagen kan ik misschien wel een ander tot steun zijn.
Ondertussen zijn we een dag verder en veel is er nog niet veranderd. Mijn been staat nog steeds dik en voelt nog warm aan. Ik heb geen koorts en dat is vast een goed teken. Ik heb nu al besloten om ook morgen hier nog te blijven maar hoop toch woensdag terug te kunnen starten. Gelukkig is alles hier voorhanden: intermarche, bakker en goede internetverbinding. Er is ook een postkantoor, en ik overweeg sterk om mijn tentje naar huis te sturen. Dat betekent minder gewicht om dragen en bijgevolg minder belasting. In geval van nood, en dat zou toch wel erg moeten lukken zeker, kan ik nog altijd onder mijn poncho slapen.
Ondertussen is het dus wachten geblazen. De uren lijken plotseling ellendig lang te duren, zeker voor iemand met zo weinig geduld als ik. Dus beste vrienden en vriendinnen, als jullie ondanks het drukke werk toch nog ergens een gaatje vrij zouden vinden voor een berichtje?